We waren te gast bij het Summa College, waar de zorgprofessionals van de toekomst worden klaargestoomd en bijgeschoold. Voor het ministerie is het geen nieuws voor welke uitdaging de zorg- en welzijnssector staat. Om te zorgen dat de zorg houdbaar blijft, is er een radicaal andere manier van werken nodig. In de Brainport regio wordt die opgave nog complexer, omdat de regio nog altijd een grote groei verwacht, onder andere door de internationals die worden geworven voor technische - en IT-bedrijven. Een extra uitdaging, maar ook een mooie kans. Het zijn ook juist die bedrijven in de regio die technologische oplossingen bedenken waarmee zorg op een andere manier kan worden aangeboden.
Dat het ministerie op dit moment naar de Brainport regio kijkt is niet verassend. In het Integrale Zorg Akkoord (IZA) en het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ) wordt sterk benadrukt dat een belangrijke deel van de uitvoering in de regio zal liggen. Juist omdat de zorgvraag per regio kan verschillen en in de regio snel de lijntjes kunnen worden gelegd om vraagstukken gezamenlijk op te lossen. Want dat zorg- en welzijnsorganisaties meer regionaal zullen moeten gaan samenwerken, is evident. Door betere afstemming kan de zorg daar worden geboden waar het de juiste plek is. Daarnaast is ook samenwerking met allerlei maatschappelijke partners en werkgevers nodig. En juist in de Brainport regio is daar al een voedzame bodem voor. Het werkbezoek was daar ook meteen een voorbeeld van – een grote diversiteit aan partners nam deel aan het gesprek en de voorbereidingen werden met het ministerie in gezamenlijkheid opgepakt door Transvorm, Brainport Development, gemeente Eindhoven en Coöperatie Slimmer Leven.
Het bezoek was erop gericht te kijken aan welke oplossingen de verschillende partners willen bijdragen. Zorg en welzijn zitten in een transformatie waarbij er een verschuiving plaats gaat vinden van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ en zorgen met’ – gericht op hoe naasten en buren kunnen worden betrokken bij de zorg en mensen meer ‘samenredzaam’ worden. Langer zelfstandig met ondersteuning van bijvoorbeeld mantelzorgers. Als we op de huidige manier blijven werken, lopen de tekorten van zorg- en welzijnsprofessionals op van 7.500 in 2023 naar 26.500 in 2031. De oproep van het ministerie is daarom ook om bij het toepassen van innovaties en nieuwe manieren van werken te kijken naar de arbeidsbesparing die het oplevert. We zullen zorg moeten blijven bieden zonder dat het aantal zorgprofessionals meegroeit met de stijgende zorgvraag.
Tijdens het bezoek kwamen oplossingen aan bod zoals hybride zorg – een combinatie van digitaal en in de zorgpraktijk, het verder betrekken van naasten, mantelzorgers en buren bij zorg, inzet op vitaliteit om zorgvraag te voorkomen en mensen werven en opleiden gebaseerd op hun talenten en verkorte opleidingstrajecten. Het bezoek was daarmee ook geen strik om een afgerond geheel, maar de start van nauwere samenwerking.
Zo hopen de partners, ook met organisaties die zelf niet aan tafel zaten bij het bezoek, te werken aan een regio waar de zorg- en welzijnsorganisaties een solide onderdeel zijn van een bloeiende regio. Later dit jaar krijgt het bezoek vervolg om de voortgang te bespreken. Een traject van lange adem en in de traditie van de regio zoeken naar oplossingen die vandaag nog niet bestaan, maar wel mogelijk worden gemaakt. Een gezamenlijke agenda om in de regio aan de slag te gaan met houdbare zorg – voor nu en voor de toekomst.